Woningbezit onder jongvolwassenen neemt af

Het aantal jongvolwassenen met een koopwoning neemt in hoog tempo af. Dat concludeert Cody Hochstenbach, stadsgeograaf van de Universiteit van Amsterdam (UvA) op basis van nieuw onderzoek dat hij samen met collega Rowel Arundel uitvoerde.
“Er is een markt ontstaan waarin jonge mensen de hoge prijzen niet kunnen betalen, terwijl oudere mensen profiteren”, schrijft hij in een artikel in het tijdschrift OneWorld. Volgens Hochenbach is dat het gevolg van bewust beleid. “Mijn generatie weet niet beter dan dat een koopwoning geldt als een bevestiging van je status, zelfstandigheid en volwassenheid.”
Structurele verschuiving
Het onderzoek van Hochstenbach en Arundel laat een structurele verschuiving zien van kopen naar huren onder jongvolwassenen. De afname is het sterkst onder eind twintigers en begin dertigers. In 2011 had 52 procent van alle 29-jarigen een koopwoning, in 2018 nog maar 43 procent.
Maar ook voor eind-dertigers en begin-veertigers is het moeilijker geworden een woning te kopen. Voor alle 18- tot 39-jarigen nam het aandeel kopers af van ruim 53 tot 47 procent. Concreet betekent dit dat 113.000 jonge huishoudens met een koopwoning minder, terwijl het aantal 18- tot 39-jarigen als geheel vrijwel onveranderd bleef. Het aandeel koopwoningen is de laatste tien jaar blijven steken rond de 57 procent.
Woningprijzen geëxplodeerd
De oorzaak van deze ontwikkeling ligt volgens de onderzoekers voor de hand: terwijl de woningprijzen het afgelopen decennium zijn geëxplodeerd, stagneerden de inkomsten uit arbeid. Bovendien hebben steeds meer jongvolwassenen tijdelijke arbeidscontracten. Hochstenbach: “Vrouwen tussen de 25 en 30 jaar verdienden in 2017 gemiddeld 26.000 euro per jaar. Mannen in dezelfde leeftijdsgroep verdienden zo’n 32.000 euro. Met zulke inkomens kun je een hypotheek van grofweg 120.000 tot 150.000 euro krijgen. Verre van voldoende.” De gemiddelde transactieprijs is 325.000 euro, een stijging van 40 procent ten opzichte van 2013.
Markt van insiders en outsiders
Hochstenbach concludeert dat de woningmarkt steeds meer een markt van insiders en outsiders is geworden: “Waar jonge outsiders door de hoge prijzen niet kunnen kopen, hebben de doorgaans oudere insiders juist kunnen profiteren van stijgende vastgoedprijzen.” Dit speelt in heel Nederland: In 360 van de 412 geanalyseerde gemeenten is sinds 2011 het eigenwoningbezit onder jongvolwassenen afgenomen.

Het woningbezit onder jongvolwassenen is de afgelopen jaren flink afgenomen, terwijl fatsoenlijke (huur)alternatieven uitblijven. Mijn analyse voor @oneworldnl: https://t.co/RSgQMix6RM
— Cody Hochstenbach (@CodyHochstenB) August 26, 2020

Hochstenbachs bevindingen sluiten aan bij die van hypotheekverstrekker Viisi die op basis van een enquête vaststelde dat 68 procent van de starters niet in staat is een eigen woning te kopen. Viisi Hypotheken ondervroeg 1.004 Nederlanders tussen de 22 en 35 jaar met een koopwens.
In juli meldde De Nederlandsche Bank dat de stijging van de huizenprijzen op lange termijn vooral het gevolg zijn van de toegenomen welvaart.

huizenprijzen, Oneworld, starters, Uitgelicht, Universiteit van Amsterdam, UvA, Woningmarkt en economie